Manifest

Binnenkort behandelt de Tweede Kamer de nieuwe Transgenderwet. De gevolgen van wetsvoorstel zijn ingrijpend en verstrekkend, maar een grondig maatschappelijk debat hierover blijft uit. Daarom roepen de ondertekenaars van het manifest hieronder de politiek op om dit wetsvoorstel niet te steunen.

De nieuwe Transgenderwet raakt iedereen
Wet is onnodig en gevaarlijk

Aan het begin van het nieuwe politieke jaar behandelt de Tweede Kamer de nieuwe Transgenderwet, een voorstel dat het mogelijk maakt om zonder tussenkomst van medische of psychologische deskundigen de registratie van het geslacht te veranderen. Als een man zich vrouw voelt, mag hij zich als vrouw registreren, en andersom.

Niemand zal willen ontkennen dat genderdysforie (onbehagen met het geboortegeslacht) een serieuze zaak is en dat veel mensen die daarmee worstelen een goede begeleiding verdienen. Echter: deze wet is allesbehalve een stap in de goede richting. Bovendien bevat de wet zeer ingrijpende voorstellen, en een debat erover komt nauwelijks op gang. Alsof het niet op gang mág komen. En dat terwijl het verzet tegen de voorstellen allerwege toeneemt.

Wat is de inhoud van de nieuwe wet?

De wet voorziet in versoepeling van de voorwaarden waaronder een geslachtsverandering op de geboorteakte kan worden vastgelegd. De wijzigingen zouden het belang van de emancipatie van transgenderpersonen dienen, omdat sommige wettelijke voorwaarden voor de registratie van geslachtsverandering ‘lastig’ zouden zijn en een inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht zouden vormen.

Tot die vereenvoudiging behoort dat een deskundigenverklaring (van een psycholoog of arts) waarin wordt vastgesteld dat er sprake is van wilsbekwaamheid en van een duurzame overtuiging tot het andere geslacht te behoren, gaat vervallen. Daarmee verdwijnt een belangrijke zorgvuldigheidstoets. Zelfidentificatie is de basis van de diagnose: iemand is zelf tot de ‘overtuiging’ gekomen dat hij/zij tot ‘het andere geslacht behoort dan het geslacht dat in de akte van geboorte is vermeld’.

De nieuwe procedure wordt dat iemand (indien ouder dan zestien jaar) schriftelijk aan een ambtenaar van de burgerlijke stand laat weten dat hij zijn geslachtsregistratie wil wijzigen en dat hij/zij dit na een aantal weken bij deze ambtenaar bevestigt.

Ook vervalt de leeftijdsgrens, zodat ook kinderen jonger dan zestien jaar hun geslachtsregistratie kunnen wijzigen. Zijn of haar wettelijke vertegenwoordiger kan bij de rechtbank een verzoek tot geslachtswijziging indienen, maar ouders kunnen ook buiten spel komen te staan.

Wat zijn de bezwaren tegen deze nieuwe wet?

Er zijn verschillende redenen waarom deze wetswijziging onnodig en ongewenst is, en bezwaren tegen het wetsvoorstel zijn vanuit allerlei hoeken van de samenleving onder woorden gebracht.

1.    Vrouwen brengen zeer praktische bezwaren tegen de wet in. Als iedere man kan claimen dat hij vrouw is, kunnen vrouwen geen nee zeggen tegen een man in vrouwentoiletten, kleedruimtes, praatgroepen, sportwedstrijden voor vrouwen of  vrouwengevangenissen. Hun privacy en veiligheid komen daarmee in het geding.

2.    Ook (medische) wetenschappers uiten fundamentele kritiek. Om te beginnen: biologisch gezien is geslacht binair en een zaak van het produceren van kleine of grote gameten. Iemands seksuele identiteit is dus niet in zijn/ haar brein gelokaliseerd. Geslacht is geen construct of keuze, maar een biologisch feit.

Er is bij steeds jongere jongeren en vooral bij steeds meer meisjes, inderdaad een behoefte om van gender te veranderen. Maar er zijn nog veel medische en psychologische onzekerheden over de achtergrond van deze wens. We weten weinig over hoe genderidentiteit zich ontwikkelt, en ook over de vraag hoe gevoelens van genderincongruentie zich tot andere problematieken verhouden, weten we nog weinig. In sommige landen is daarom besloten om jongeren voorlopig niet te behandelen (met psychische begeleiding, puberteitsremmers, hormonen of operaties). Veel jongeren die zich bij een genderpoli melden, zeker de helft, kampen met andere problematiek, zoals een ingewikkelde thuissituatie, autisme of een trauma.

Studies hebben aan het licht gebracht dat van de kinderen met genderdysforie 80 procent daar voor of tijdens de puberteit overheen groeit, meestal in de eerste fase van de puberteit wanneer de secundaire geslachtskenmerken zich ontwikkelen. Transgender is dus niet aangeboren of onveranderlijk, en ‘watchful waiting’ (terughoudend en voorzichtig zijn) is daarmee gepaster dan bevestigende zorg en het in gang zetten van een vroege (sociale) transitie (waar de wijziging van de geslachtsaanduiding – als juridische transitie- een onderdeel van is). Deskundigen waarschuwen ervoor om jongeren zonder diagnose in ‘sociale transitie’ te laten gaan, daar dit kan werken als een selffulfilling prophecy.

3.    Over de nieuwe transgenderwet en de geest waaruit die voortvloeit, bestaan ook grote zorgen bij mensen die de democratische rechtstaat ter harte gaat. In de eerste plaats omdat kritiek op de voorstellen bij voorbaat niet welkom is, en degenen die die kritiek uiten ‘homofoob’ of ‘transfoob’ heten te zijn en daarom niet meer mogen meepraten. De genderideologie vormt zo een serieuze bedreiging voor de grondwettelijk gewaarborgde vrijheid van meningsuiting.

Een democratische rechtstaat, in de tweede plaats, hoedt de pluriformiteit in een samenleving. Maar het diversiteitsdenken van de genderbeweging bedreigt juist deze pluriformiteit.  Onderschrijving van het nieuw-liberale dogma fungeert meer en meer als toegangsbewijs tot de democratische rechtstaat. Wie het niet onderschrijft, is af. De diversiteitsagenda vormt daarmee dus een regelrechte bedreiging van de pluriformiteit van de samenleving.

4.    De nieuwe transgenderwet vindt evenmin een welkom onthaal in godsdienstige kringen. Zij gaan uit van een voorgegeven morele en natuurlijke orde, en zien transgenderisme als een poging om deze orde te ontkennen en te doorbreken.

5.    Ouders, vaders en moeders, hebben ook grote moeite met deze nieuwe wet omdat de relatie tussen ouder en kind erin verandert. Als een kind zestien jaar is of ouder, spelen de ouders  of voogden van het kind (de wettelijke vertegenwoordigers) geen enkele rol in de procedure. Bij kinderen jonger dan zestien jaar, is het weliswaar de wettelijke vertegenwoordiger die een verzoek tot aktewijziging bij de rechtbank moet indienen, maar indien er een verschil van mening bestaat tussen ouders/voogden en kind, dan is het oordeel van de ouders/voogden niet doorslaggevend, maar velt de rechtbank een oordeel aan de hand van de bepalingen in de nieuwe wet (art. 28a). Het argument is het zelfbeschikkingsrecht van het kind. Maar een kind heeft op heel veel terreinen geen zelfbeschikking, staat onder ouderlijk gezag, en het zou heel vreemd zijn een kind in zo’n complex proces wel zelfbeschikking toe te kennen.

Conclusie

Kortom: terwijl de nieuwe Transgenderwet een heilig doel lijkt te dienen, zien wij als sympathisanten van dit manifest fundamentele bezwaren tegen deze wet. De wet biedt een ‘oplossing’ voor een niet bestaand probleem. De huidige procedure biedt waarborgen tegen fouten en misbruik. Het wegnemen van die waarborgen is onnodig, onverstandig en gevaarlijk. We lopen het gevaar, zo blijkt, om al dan niet uit ideologische overwegingen te experimenteren met een kwetsbare groep (jonge) mensen die beter verdienen. We lopen tegelijk het gevaar dat we mensen die lijden rond hun geslacht en gender ervaren, niet op een zorgvuldige en goede manier helpen. Het wordt daarom hoog tijd dat in een democratische rechtsstaat als de onze een open en grondig debat op gang komt. De sympathisanten van dit manifest roepen de politiek op om dit wetsvoorstel niet te steunen.